vrijdag 26 juni 2009

Ons Mie

Gisteren zat Annemie 'ninja' Turtelboom in de altijd ongemakkelijke zetel van Ter Zake. Liesbeth Imbo legde de minister van migratie op de rooster naar aanleiding van het herleefde hoofddoekendebat. Ik geef even de steekwoorden voor wie de laatste dagen op een andere planeet leefde of niet verder kwam dan rouwen: Antwerpen, atheneum, verbod, rel, Imam: "Hou uw kinderen thuis!", helft leerlingen weg, symbool of identiteit, maatschappelijk debat. Voila, u bent weer mee. In tegenstelling tot zowat iedereen ga ik me niet uitspreken in deze genuanceerde kwestie. Waar ik wel wat over kwijt wil zijn de platitudes die onze minister op de Staatlicher Rundfunk tentoon spreidde.

Ons Mie vond dat de moslimouders hun kinderen volgend schooljaar echt niet thuis mochten houden van de school omwille van het verbod. Scholing is nodig, dacht ik, dus tot daar kon ik de minister volgen. Turtelboom zag echter een andere reden om de moslimbloedjes toch naar de school te sturen. Want, aldus de minister, het is toch al zo slecht gesteld met de schoolresultaten van onze allochtone medemens. België blijkt hierin zelfs de slechtste leerling van de Europese klas! Lees: naar de klas, bende lomperikken of het komt nooit goed met jullie! Beschuldig me maar van determinisme, maar daar ben ik het dus niet mee eens. Je kan een blinde niet verwijten dat hij niet kan zien.

Van de theoretische colleges in de lerarenopleiding zijn me, behalve hun saaiheid, namelijk twee zaken bijgebleven. Naast het feit dat de kleur van de muur het geluk van de kindjes in de Steinerschool bepaalt, herinner ik me dat studieresultaten van 'autochtonen' en 'allochtonen' simpelweg vergelijken uitermate dom is. Je moet niet kijken naar de origine maar naar het socio-economische milieu. Het gemiddelde autochtone kindje zit er namelijk warmer in dan de gemiddelde allchtone pupil. Wanneer je de studieresultaten van autochtonen uit hetzelfde sociale milieu met die van allochtonen vergelijkt, is er amper verschil. Misschien moet dat ook eens door onze staatslui gecommuniceerd worden?

Het debat over slechte studieresultaten versluiert gewoonweg het vraagstuk rond sociale integratie en promotie. Het woord 'allochtoon' alleen al creëert een ongewilde tweedeling in de samenleving. Het Nederlands is ook quasi de enige taal ter wereld die deze ongelukkige indeling maakt. Fransen of Engelsen hebben het gewoon over immigranten of vreemdelingen. Daar zag men niet de noodzaak om een neologisme uit de mouw te schudden. Zonder onze ongelukkige indeling was er misschien geen sprake van een hoofddoekendebat.

Mochten de dames op het atheneum hun strijd toch definitief verliezen: in Kortrijk woont een -zij het akelige- man die maar al te graag de gezichten van jonge meisjes bewerkt. Een permanente hoofddoek, zouden ze die kunnen verbieden?

PS: Wie zal er morgen het loodje leggen?

vrijdag 19 juni 2009

Perrongeluk?

Vorige zaterdag getroostte ik me de moeite om mijn luie krent naar onze hoofdstad te begeven. Niet het beste plan zo bleek. Het weer was nochtans goed en eenmaal in Brussel kon ik zelfs overal met mijn boerenvlaams terecht. Neen, de oorzaak van al het kwaad lag bij het laatste der teloorgegane staatsbedrijven: de NMBS.

"Tussen Kapellen en Essen is er voorlopig geen treinverkeer mogelijk" verkondigde Wim de Vilder in het middagjournaal op een -voor mij- iets te vriendelijk toontje. Obligate glimlach incluis. Die voormiddag had een bovenleiding de geest gegeven. Met pijn in het hart verliet ik het mondaine Heide om in het naburige Kapellen de trein naar de Koekestad te nemen. Dat was wél mogelijk! Zo had de lokale stationschef me toch aan de telefoon bevestigd. Mijn vertrouwen in ambtenaren in uniform was toen nog onaangetast.

Aangekomen op het Kapellense (of is het Kapelse?) perron stond er al een aardig troepje in afwachting van de trein van vijf na drie. Op het lege perron aan de overkant trippelde een man gespannen heen en weer. Hij was gehuld in een fluogeel hesje met daarop de gekende blauwe B in een liggende ellips. Een meesterlijk logo dat al bijna zeventig jaar meegaat, met dank aan Henry Van de Velde. De spporwegman was onafscheidelijk van zijn gsm-toestel waarlangs hij blijkbaar constant nieuwe info kreeg. Op het bevolkte perron kregen we echter niets van dit alles te horen. Ook niet toen de klok half vier naderde en er nog geen locomotief aan de einder opdoemde. In tussentijd waren er drie lege lijnbussen in de buurt van het station opgedoken. De grootste met plooifunctie werd door de telefonerende kanarie resoluut weggestuurd. Niet slim. Dra zou de hel losbarsten.

Met meer dan een half uur vertraging was de trein dan toch in aantocht. Hij bleek van Antwerpen te komen met in de wagons alle passagiers van de internationale trein richting Amsterdam. De schamele drie treinstellen zaten propvol en huisden een mensenmassa die zonder problemen het stadion van een middenmoter in eerste klasse kon vullen. De sardienen overspoelden het smalle perron met meer koffers en idiomen dan het voorstadje normaal op een gans jaar verwerkt. Een man vroeg me in haastig Engels waar de bussen waren, enkele Japanners worstelden om hun roze trolly's op de begane grond te krijgen terwijl een Spaanse colonne druk ratelend achter me door liep. Tien minuten later, nadat de trein was leeggelopen en ook de passagiers die het perron langs de foute kant wilden aflopen hun fout hadden ingezien, kon ik opstappen.

Door het venster zag ik hoe de chaos zich als een virus had verplaatst naar de bushalte. De capaciteit van de Lijnbussen was uitermate ontoereikend voor de tsunami aan gestrande reizigers. In gedachten hoorde ik de man in het geel bidden voor de terugkeer van de plooibus. Mij kon het weinig schelen. Ik was eindelijk op weg naar Brussel! Althans, dat dacht ik. Twee verloren Portugezen sormden door de trein die ondertussen alweer aan het rijden was, duidelijk op zoek naar de man met het fluitje. Plots stopten we weer om de verloren zuiderlingen in Kapellen af te leveren.

In Antwerpen-Centraal zeiden de schermpjes me dat de trein richting Brussel 28 minuten vertraging had. Dat kon paradoxaal genoeg wel tot op de minuut getimed worden. Ik wilde niets liever dan in de Wereldstad blijven, maar het weekendbiljet naar de Hoofdstad had me nu toch al voldoende euro's lichter gemaakt dat ik wel moest gaan. Gelukkig had ik in de lege sardienendoos genoeg internationale kranten kunnen buitmaken om me zoet te houden. Weer een half uur later spoorde ik eindelijk richting Brussel. De dramatische verhalen van dat traject wil ik u besparen. Al deze ellende weer op een rijtje zetten, maakt me al neerslachtig genoeg. Enkel de Amerikaan die naast me zat met zijn zwarte sandalen en witte sokken en 'Pauwdoon' zei om zich te verontschuldigen, verdient vermelding.

Na twee uur en veertig minuten ving ik de eerste glimp van de Brusselse binnenstad op. Gelukkig waren er de overheerlijke frieten op Sint-Katelijne en het goede gezelschap om alle ellende te doen vergeten. De terugrit verliep overigens vlekkeloos. Gelukkig maar, want met de trein was ik er al lang geweest.

dinsdag 9 juni 2009

Dulce et decorum est pro patria mori.

Na een vruchtvolle dag op kantoor zit vader in de fauteuil zijn pijp te stoppen en overschouwt hij gezapig de omgeving. Moeder is met een zestal priemen in de weer en aardig op weg een gezellige colbert te breien terwijl de jonge snaken elkaar met pijl en boog rond de tafel nazitten. Dan valt 's mans blik op de grote staande wandklok. Hij verheft zijn stem en maant het gezelschap aan tot stilte. De indianenkreten die tot voor kort de kamer vulden, verstillen meteen evenals het sporadische getik van breipriemen. Nog enkele seconden en de begintonen van het avondjournaal rollen de huiskamer binnen. Zoals steeds is het ganse gezin aan de beeldbuis gekluisterd.

"Grote rampspoed treft de luchtvaart," begint de keurig geklede nieuwslezer zijn betoog. "In Opper-Volta is heden in de dichtbegroeide brousse een vliegtuig neergestort. De Afrikaanse autoriteiten maken gewag van 185 slachtoffers." Vader geeuwt eens, moeder is reeds opgestaan om in de keuken een kopje cichorei te zetten en de schavuiten richten hun zelfgemaakte wapentuigen weer op elkaar. Het journaal kabbelt rustig verder, tot plots: "En dan nu een pas binnengelopen telexbericht. Op het neergestorte vliegtuig was ook een Vlaamse delegatie van zes paters-scheutisten aanwezig. Zij waren op weg naar hun missiepost in Ouagadougou. Onze gedachten zijn bij hen en hun families."

Vanuit de keuken klinkt het schelle geluid van porselein dat de vloer raakt. In de kamer liggen pijl en boog verweesd op de grond terwijl op de kaken van de koters tranen gewillig de zwaartekracht ondergaan. De troostende vaderlijke hand en schoot laten niet lang op zich wachten. Nadat moeder het vuilblik heeft opgeborgen begeeft ook zij zich naar de woonkamer waar de helft van de kroost zich snikkend op haar schoot nestelt. Zachtjes sust ze het geslagen gezelschap door een soelaasbiedende melodie te neuriën. "Als ze de slaap maar kunnen vatten," fluistert vader zijn eega in het oor. Maar zij hoort het niet. In gedachten ziet ze niets anders dan witte pijen doordrenkt van het bloed. Ook zij wil schreien, maar prangt de tranen tussen haar oogleden. Vader richt de blik omhoog, aait zijn zoon over het hoofd en beseft het. Het wordt weer een van die avondjes...

Want wist u het nog niet? Er is een nieuw soort leed dat al het andere overstijgt. Vergeet de zwartjes met hun gezwollen hongerbuikjes of de vluchtelingenkampen in Darfoer. Pas wanneer er landgenoten bij betrokken zijn, is een ramp noemenswaardig. Ik vrees dat Hiroshima de geschiedenisboeken niet meer zal halen. Geen Belgische slachtoffers weet u wel.

Laatst nog was er een hysterische landgenote op het journaal die in Hong Kong preventief op de hotelkamer werd gehouden. Er was varkensgriep onder de gasten gesignaleerd. Telefonisch deelde ze ons mee dat het de hel op aarde was. Welkom bij de moderne berichtgeving. Vijf minuten over een non-event: het betreurenswaardige lot van een nobody te midden de luxe. En dat enkel en alleen omdat die persoon op hetzelfde schaamlapje grond als ik is geboren. Over Congo wordt daarentegen al jaren doodleuk gezwegen.

Er klopt toch ergens iets niet.

maandag 8 juni 2009

Bont en Blauw

We hebben gestemd! De uitslag is duidelijk. Of toch niet?

Neem nu het Franstalige landgedeelte. Daar zijn maar liefst drie zelfverklaarde overwinnaars die de formatiedans willen leiden. De PS: 'wij zijn de grootste', Ecolo: 'wij boekten de grootste vooruitgang' en de MR: 'wij wonnen in Brussel'. Perceptie is alles. Vooral die liberalen hebben het niet echt begrepen. Eerst van de daken roepen dat de PS infréquentable is maar wanneer blijkt dat de blauwe triomftocht niet voor dit jaar is, schoorvoetend op hun passen terugkeren. Opportunisme is een liberalere deugd dan geloofwaardigheid. Binnen de MR zelf zou het naar het schijnt rommelen. De clan Michel scherpt reeds haar messen tegen voorzitter dandy Didier. Dat belooft!

Ook langs Vlaamse zijde zijn de liberalen de pedalen kwijt. Gezonde boerenzonen Dirk van Mechelen en Bart Somers faalden met grote onderscheiding in hun opdracht. Het Vlaamse politieke firmament kleurde zondag allesbehalve hemelsblauw. Bovendien begon de kopman van CD&V al openlijk te flirten met Bart de Wever en Caroline Gennez. In een ultieme poging om een plaatsje in Peeters II te bemachtigen (de regering, niet de man) begint de Open VLD nu te dreigen. Niet in de Vlaamse regering? Dan ook niet in federale. Merk op dat niet de falende luitenants maar wel Verhofstadt en De Gucht de tijdbom onder de regering Van Rompuy leggen.

Coercive diplomacy heet zoiets in het vakjargon. Druk uitoefenen door het postuleren van een eis vergezeld van een bedreiging en een deadline. Dat kan succesvol zijn maar evenzeer erg gevaarlijk. Stel nu dat Peeters in zee gaat met N-VA en sp.a, dan moet de VLD uit de federale regering stappen. Zoniet is gezichtsverlies hun deel en zijn alle toekomstige dreigingen ongeloofwaardig. Vraag is of ze dat echt willen doen. Zoja dan kunnen we in september terug naar de stembus.

Toch gek hoe de VLD niet naar de kiezer luistert, zelfs nu ze niet meer gesloten is. Afgelopen zondag was reeds de derde verkiezing op rij met blauw verlies. Bij de Vlaamse verkiezingen in 2004 moest de partij al 2 zetels en procentpunt prijsgeven. In 2007 bij de federale verkiezingen ging de partij van 26 naar 19 procent. Het was enkel omdat copain Didi over de taalgrens zo goed had gescoord dat Karel en co in de regering terecht kwamen. Toch lijkt dat euvel al vergeten in de hoofden van de liberale top.

Ben ik de enige die zich daar blauw aan ergert?

vrijdag 5 juni 2009

G-String

Ik geef het toe.

Ruiterlijk zelfs zoals u aan de rechterkant van deze blog kan zien. Ik lees de verhalen van Ian Fleming mét plezier. Ze zijn luchtig, spannend, vlot geschreven en overstijgen met gemak het niveau van een doordeweekse detective. De 007 van de boeken lijkt dan ook in de verste verte niet op de ongeloofwaardige afgeborstelde gentleman die voor elk probleem een snufje heeft. Integendeel. Hij zuipt zich lam, katert de volgende dag zwaar door en werkt zich zelfs in de problemen. Desalniettemin behoudt Bond in al deze situaties zijn cool én ladykillerinstinct. Een lezer moet zich kunnen identificeren nietwaar.

Nu ik toch bezig ben uit de biecht klappen... Mijn exemplaar van De Man met de Gouden Revolver kostte een schamele €0,25. Jawel, vijfentwintig koperen knakkers voor een puike pocketuitgave van 1965 met op de cover een -hoe raadt u het- gouden revolver. Bij nader inzien blijkt de omslag van de hand van de genaamde Dick Bruna. U weet wel, de papa van Nijntje. Zo zie je maar. De meest verrassende en goedkope boekhandel blijft de Kringloopwinkel. Maar we wijken af...

Gisteravond zat ik met mijn held op het Carraïbische Jamaica te midden enkele villaine types te genieten van een creeols muziekbandje. Seconden nadat de welgevormde schaars geklede danseressen hun intrede deden, dook de volgende zin op: Een van de meisjes, wier g-snaar werd afgerukt door de leider van de band, kroop onder een bamboestok door, die krap vijfendertig centimeter boven de grond zat en balanceerde op twee bierflesjes. Ik denk niet dat Ian Fleming dat voor ogen had.

Laat ons wel wezen. Ik vergeef vertaler O. Falk deze lapsus. De man wist waarschijnlijk niet beter. We schrijven 1965. De Hollandse badmode kon een halve zwemclub van onderdak voorzien. En dan was er nog dat bandje in de buurt dat voor semantische verwarring zorgde. Neen, ik heb eigenlijk weinig recht tot klagen.
¢ 25. No strings attached.

dinsdag 2 juni 2009

I Like Ike

Nog enkele dagen en de stembusgang is achter de rug.

Hopelijk houdt de openbare omroep het dan ook voor bekeken met de wildgroei aan politiek entertainment. Want met duiding hebben veel van die programma's weinig te maken. Enkel Ter Zake 09 is wat mij betreft een meerwaarde, evenals het radioprogramma De Ochtend 09. Politici krijgen er nog de tijd om uit te spreken en het decor moet niet om de vijf seconden van kleur veranderen. Dit laatste blijkt vooral op de radio een groot voordeel. Om redenen die mij onbekend zijn moeten alle andere shows zo nodig ludiek, flitsend en toegankelijk zijn.

De anders zo saaie Republikeinen wisten in 1952 wel hoe ze al deze elementen moesten bundelen. Check het onderstaande filmpje van presidentskandidaat Dwight 'Ike' Eisenhower eens. Het zegt even weinig als al het hedendaagse infotainment maar is tenminste genietbaar. De man won overigens met een landslide.



Bovenstaand filmpje komt van de uiterst interessante website The Living Room Candidate. Hierop vind je alle tv-commercials die ooit in de Amerikaanse presidentiële kiescampagne gebruikt zijn van 1952 tot de Obamania. Kijk zeker eens naar het tweede Kennedyfilmpje uit 1960. De melodie blijft je dagen bij! Kortom een erg leuke doorklik-site.

maandag 1 juni 2009

Know how

Kent u ze? De mensen die zich geen raad weten met de woordencluster 'know how'?

VRT-journaliste Siel Van Der Donckt is er een van. Zoals in de meeste gevallen gaat het om een hoger opgeleide veertigplusser die meent de taal van Shakespeare tot in de puntjes te beheersen. En dat moeten we laten zien natuurlijk! Driewerf helaas. King Lear noch MacBeth hadden het zelfgenoegzaam over 'noow hoow' of 'nauw hauw'. Dergelijke kreten mogen we eerder verwachten van een verwarde kerstman of een beginnend autodidact Japans.

De ironie wil dat 'know how' precies verwijst naar een zekere vaardigheid. Het gaat om mensen met een degelijke opleiding die met kennis van zake te werk kunnen gaan. Ze kunnen buigen op een technische voorsprong en net daarom zijn ze grof wild op de arbeidsmarkt. Mensen met 'nauw hauw' dus.

De verwarring is erg begrijpelijk maar daarom niet minder erg. Niemand zal struikelen over de leenwoorden hotspot, mayday of nitwit. Beide woorddelen zien er hetzelfde uit, dus zullen ze wel hetzelfde klinken is de redenering. In voorgaande gevallen gaat de vlieger op. Bij 'know how' niet. Alle afgeleide rijmsels zijn Nederengels. Analogiedenken is altijd gevaarlijk.

'Noow hoow'. Ik weet nog steeds niet of ik er om moet lachen dan wel huilen. Ik troost me voorlopig met wat Don McLean reeds jaren geleden zong in zijn song over Vincent Van Gogh:

They would not listen
they did not know how


perhaps they'll listen now.