Morgen zal het erger zijn. Althans dat dacht ik terwijl ik eergisteren de drukte op de Meir trotseerde. Behalve onze noorderburen zag ik soms nog net een straatsteen opdoemen in wat ooit Antwerpens trots was. Mijn shoppingspree was slechts op één item gericht: een deftig hemd. Een zomer vol trouwfeesten doet vreemde dingen met iemands koopgedrag.
Ik bevond me in een niet nader genoemde kledingwinkel op de eerste verdieping aan een bak vol afgeprijsde hemden. In plastic folie, dan blijven ze waarschijnlijk langer vers. Al snel werd duidelijk dat het aanbod eerder onder het label ‘bompahemd’ kon worden thuisgebracht. Mijn speurdersblik stond dus klaar om andere doelwitten te zoeken, ik had mijn ogen nog maar pas opgericht of ik zag hoe er enkel vrouwen rondom mij stonden. De dames waren lustig in de bak met mannenhemden aan het neuzen.
Ik stond toch op de mannenafdeling? Dat wist ik zeker. Na de halve winkel te doorkruisen en ettelijke rollende treden te temmen, moest ik wel bij de heren beland zijn. De kledij voor het sterke geslacht is om commerciële redenen altijd verborgen, ver voorbij de kinder- en damescollectie. Terwijl die vrouwen hun man naar de halfjaarlijkse verplichte paskamersessie sleuren zien ze dan toch nog iets wat hen zou kunnen bevallen. Maar daar stond ik dus tussen honderden hemden en brave huismoeders. Huismoeders die de outfit van hun man kiezen, kopen en waarschijnlijk ook elke avond klaarleggen. Voor de volgende ochtend uiteraard.
Maar die mannen dus. Ik zie ze al voor me. Neergevleid in hun zetel terwijl vrouwlief zich op de fluistersolden stort. Hij gaat al lang niet meer mee winkelen want zij kiest toch sowieso alles voor hem. In de rubriek ‘Wordt Gevolgd’ van het onvolprezen Man Bijt Hond zie je wel meer van die huismustypes binnen uiteen gegroeide koppels. Meestal aanziet de vereenzaamde echtgenote de net binnengevallen cameraploeg als een door god gezonden therapeut. “Ja en daar zit hij dan hé, heel de dag oorlogfilms te kijken” of “Hij is wel acht uur per dag met zijn knikkerbaan bezig” en vooral “Als ik voor het eten roep, komt hij wel hoor”.
Ik vraag me echt af of ik ook zo worden? Een kast vol kledingstukken waarvan ik niets zelf heb gekocht. Ik denk het eerlijk gezegd niet. Maar oorlogsfilms zeggen me wel wat.... knikkerbanen gelukkig minder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten